Wachten op de Dam in Middelburg - walcheren40-45

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Wachten op de Dam in Middelburg

De bevrijders stonden op de drempels van Middelburg. Brandweerman Wim (26) kon de gespannen verwachtingen voelen. “Er hing een voelbare spanning in de lucht. Aan geruchten geen gebrek, maar die maakten de spanning onder de bevolking wel groter. Dat er iets ging gebeuren, stond bij iedereen wel vast. Bij de brandweerkazerne in de St. Janstraat werden we met vier man naar het Molenwater gestuurd om een vat benzine uit te graven en op te halen. Wij met de materiaalwagen erop af. De voorraad benzine voor de spuiten was door de commandant gedecentraliseerd vanwege het brandgevaar bij eventuele oorlogshandelingen in de stad. Dat uitgraven was nog een heel karwei, want dat vat moest ook nog op die wagen worden gehesen. Terwijl we daar in dat plantsoentje aan het spitten en graven waren, gebeurde er op de hoek van het Molenwater en Noord-Bolwerk iets eigenaardigs. Er kwamen uit dat hoekhuis steeds meer Duitse soldaten op de stoep staan, gewapend met geweer, helm en munitietasjes etc. Kortom in gevechtsuitrusting. Buiten op de stoep stond ook een vrouw die op het Noord-Bolwerk woonde. Ze was geweldig populair bij het Duitse volkje. Ze werd dan ook de moeder der soldaten genoemd. Hevig ontdaan nam ze afscheid van elke soldaat die op de stoep verscheen. Ze veegde af en toe de tranen van haar behuild gezicht. We konden dat alles prachtig zien, want we werkten daar zo’n tien á twaalf meter vandaan. We keken elkaar eens veelbetekenend aan. We dachten alle vier hetzelfde: “Dat draait op straatgevechten uit!” We werkten zo snel mogelijk verder en na het inladen van het vat reden we langs de schouwburg richting Molstraat naar de Dam. Wat we daar zagen was te gek om waar te zijn. Op de Dam krioelde het van de mensen en er stond een politieagent met een grote oranje strik op zijn jas het verkeer te regelen. De Dam was reeds bevrijd!!! Wij kwamen dus uit bezet gebied zonder het te weten in een bevrijd gedeelte van de stad terecht. Maar we dachten wel aan die toestand op het Molenwater. We zagen mannen lopen met oranje armband aan de linkerarm en vertelden hun wat we gezien hadden. Ze riepen zoiets van: “Dat komt in orde hoor. Die vangen we wel op!” Wat een blijdschap, wat een vreugde en wat een sfeer! En waar al die grote vlaggen met rood, wit, blauw vandaan kwamen! Het was een prachtig gezicht. Al spoedig stonden we ook al van die Engelse sigaretten te roken. We dampten dat het een lieve lust was. Als je even een stevige trek deed aan zo’n “three-sevens” sigaret, moest je vlug iets pakken om op te leunen, want dan zag je alles draaien. Dat was nog eens tabak! We hadden jaren Belgische shag gerookt. Dat spul kreeg al gauw de naam “Fleur de matras”. Zo stroomde de Dam van alle kanten vol met gevangenen. Die werden stuk voor stuk gefouilleerd door de Engelsen. ’s Nachts stonden die honderden in het licht van de schijnwerpers stil af te wachten wat er met hen zou gebeuren. Sommige Duitsers probeerden een dutje te doen op de schoot van Moeder Emma . Dat duurde natuurlijk niet lang, want dat ging niet door!”

Verpleegster Janse, 41 jaar: "Rond 16.00 uur zag ik de Engelsen in de Zandstraat met buffalo’s, ze waren ook in de Langeviele gesignaleerd . Ze kwamen van Koudekerke.
Er zaten burgers op de tanks om de weg te wijzen. Later hoorden we dat ze met zes tanks gekomen waren, alleen maar om te onderhandelen met generaal Daser die op de Dam 6 zijn intrek had genomen. Maar toen ze de stad in kwamen staken alle Duitsers hun handen op. Zodoende is de stad met vijftig man veroverd en werden er 2.500 krijgsgevangenen gemaakt.”

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu